Hoe moet ik nu financieel verder? Dat is vaak één van de grootste zorgen als mensen uit elkaar gaan. En dat is niet zo verwonderlijk, want buiten alle andere praktische en emotionele veranderingen, scheiden ook de financiën. Voorheen leefden jullie vanuit één potje of konden jullie in elk geval kosten en lasten delen. Op die manier hadden jullie het best goed. Een scheiding hakt erin. Voor sommige mensen is dit zelfs een reden om toch bij elkaar te blijven.
Blijkt een scheiding onvermijdelijk, dan geldt dat ook voor een verandering in de inkomenssituatie. Natuurlijk zul je daar van tijd tot tijd over piekeren. Maar blijf er niet te lang in hangen. Maak het vooral inzichtelijk. En zorg dat je weet waar je recht op hebt. Het zou kunnen dat het in werkelijkheid minder erg blijkt dan je dacht. Maar ook als het tegenvalt, is het goed om het financiële plaatje in kaart te brengen. Zo krijg je meer grip op je situatie.
Gaan jullie ieder een eigen weg, dan heb je ook allebei een woonlast en andere vaste lasten. Omdat je die lasten niet meer deelt, hou je minder over voor andere uitgaven. Was er een groot inkomensverschil tussen jou en jouw (ex-)partner, dan ga je dit koopkrachtverlies waarschijnlijk merken. Het koopkrachtverlies is gemiddeld ongeveer 29 procent voor vrouwen. Voor mannen ligt dit percentage aanzienlijk lager.
Heb je zelf een baan en een inkomen, dan gebeurt er bij een scheiding wel iets met je netto-inkomen. Wat staat er nu na scheiding naast je eigen inkomen aan de inkomstenkant van je kasboek? Bij scheiding zal bekeken worden of je behoefte hebt aan partneralimentatie en of daar ook draagkracht voor is. Is dat aan de orde, dan kan op basis van alimentatierichtlijnen worden berekend welk bedrag je aan partneralimentatie zou kunnen ontvangen.
Spreken jullie een bepaald bedrag af, dan is dat een bruto bedrag. Van dat bedrag moet de alimentatieontvanger dus een aanzienlijk deel reserveren voor de belastingdienst (inkomstenbelasting en bijdrage zorgverzekeringswet). Hebben jullie kinderen en de kinderen verblijven deels bij jou, dan kun je een bijdrage ontvangen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen: kinderalimentatie. Kinderalimentatie gaat voor op partneralimentatie. Is er weinig draagkracht, dan kan het zo uitpakken dat er alleen voor de kinderen betaald kan worden en dat er geen ruimte meer is voor partneralimentatie.
Naast de alimentatie kun je als alleenstaande ouder in aanmerking komen voor tegemoetkomingen van de overheid. Voldoe je aan bepaalde voorwaarden, dan krijg je bijvoorbeeld Kind Gebonden Budget. Bij alleenstaande ouders wordt het Kind Gebonden Budget nog aangevuld met een ‘alleenstaande ouderkop’. Dit kan netto om een aanzienlijk bedrag gaan. Zie ook de informatie van de Belastingdienst: Voorwaarden voor kindgebonden budget. Zijn de kinderen nog klein, dan kun je als je werkt ook in aanmerking komen voor inkomensafhankelijke combinatiekorting. In 2021 kan deze heffingskorting oplopen tot ruim € 2.800,-.
Daarnaast kun je natuurlijk bezien of er een mogelijkheid is om je arbeidsinkomsten te verruimen: meer uren bij je huidige werkgever. Misschien durf je zelfs een nieuwe uitdaging aan. Het lijkt een inkopper, maar soms blijft deze optie lange tijd buiten beeld. Natuurlijk speelt er al zoveel in je leven, dat je dit er misschien even nog niet bij kunt hebben, maar houdt het wel in gedachten. Het heft in eigen hand nemen, tot actie komen, kan namelijk veel kracht geven en een hele positieve spiraal inzetten.
Over kinderalimentatie krijg ik veel vragen en ik hoor ook vaak dat er misverstanden over bestaan. Enkele hiervan zal ik hier kort bespreken. Heb je specifieke vragen over jouw eigen situatie, dan is het zinvol om advies op maat te vragen.
Heb je zelf geen inkomen of onvoldoende inkomsten, dan moet je mogelijk een beroep doen op een bijstandsuitkering. Die uitkering heeft een aanvullend karakter en vult het inkomen aan tot aan de geldende bijstandsnorm. Ontvang je partner- en/of kinderalimentatie, dan worden deze bijdragen voor de gemeente als inkomsten gezien.
Kom je in aanmerking voor een bijstandsuitkering, dan mag je niet afzien van partner- en/of kinderalimentatie. Soms wordt gedacht dat het voor de alimentatiegerechtigde niet uitmaakt of er nu wel of geen alimentatie wordt betaald, omdat de alimentatiegerechtigde er niet op vooruit gaat. Maar die vlieger gaat niet op. De gemeente kan van jou verlangen dat je alsnog partner- en/of kinderalimentatie van je ex vraagt of een hoger bedrag, als zij vinden dat het te laag is. Dat kan overigens heel vervelend zijn, als net de rust is teruggekeerd. Dit kan niet alleen zijn weerslag hebben op jullie moeizaam bereikte evenwicht, maar ook op de kinderen.
Partneralimentatie is een vorm van inkomen. Voor kinderalimentatie geldt dat niet, behalve in de hiervoor beschreven situatie. Partneralimentatie die je ontvangt is fiscaal belast. Ook kan ontvangen partneralimentatie bij het verkrijgen van een hypotheek als inkomenscomponent worden gezien, zolang als je er aanspraak op maakt. Kinderalimentatie geef je niet op in je aangifte inkomstenbelasting en telt ook niet mee als inkomen voor het verkrijgen van een hypotheek etc. In je overzichtje van je inkomsten na scheiding neem je dit bedrag wel mee.
Een vaak gehoorde opmerking is dat de kinderalimentatie door de ontvanger als eigen inkomen wordt gezien en niet aan de kinderen wordt besteed. Niets is onmogelijk, maar in de meeste gevallen is dit ongegrond. Kinderalimentatie wordt gebaseerd op wat de kinderen in jullie situatie kosten. Deze berekening is weliswaar gebaseerd op gemiddelden, maar waar het ene gezin meer uitgeeft aan sport, kan het andere gezin meer uitgeven aan kleding of verre reizen met de kinderen. De rekenmodellen gaan ervan uit dat de kosten van één kind gemiddeld 15-17 procent van het gezinsinkomen bedragen, van twee kinderen 25 procent en 3 kinderen 29 procent. Zie ook de informatie van het NIBUD: wat kost een kind. In eenoudergezinnen liggen deze percentages hoger.
Uitgaande van de situatie zoals deze voor de scheiding was, wordt berekend wat jullie kinderen kosten. Verdeel je dit bedrag over beide ouders, dan mag je ervan uitgaan dat jullie dit totale bedrag ook (minimaal) aan de kinderen besteden. Daarbij geldt nog dat het lang niet altijd lukt om de berekende kinderkosten volledig te dekken uit de berekende draagkracht. Soms kom je allebei juist tekort om alle kosten van de kinderen te dragen. Is het vertrouwen naar de andere ouder na scheiding minimaal, dan zal het ook op dit vlak moeilijk zijn om erop te vertrouwen dat het geld ook daadwerkelijk aan de kinderen wordt besteed.
Een andere aanleiding voor dit misverstand kan ook zijn onduidelijkheid over wat de kinderen kosten. Vaak wordt met name gekeken naar de directe en zichtbare kosten: eten of kleding. Maar er zijn veel meer kosten, incidenteel danwel dagelijks, waar je als ouder niet omheen kunt. Schoolkosten, kosten kinderfeestjes, aandeel van de kinderen in de vaste lasten en verzekeringen, sport en vrije tijd, abonnementen, etc.
De berekende kinderkosten zijn regelmatig niet voldoende om ook in de incidentele hoge kosten te voorzien. Daarom wordt hiervoor vaak nog een aanvullende regeling getroffen. Voordeel daarvan is dat je dan samen zorgt dat het kind op dit vlak niet hoeft te lijden onder jullie scheiding. Heeft de ouder bij wie het kind leeft een kleine beurs en er moet een laptop gekocht worden, dan is dat lang niet altijd haalbaar. In verreweg de meeste gevallen niet uit onwil maar uit onmacht. Los je dit samen op, dan is dat niet alleen een zorg minder voor je kind, maar ook voor jullie zelf. Waren jullie samen gebleven, dan hadden jullie die kosten waarschijnlijk ook zonder morren gedragen. En, als je uit elkaar gaat en goed geïnformeerd bent over het hoe en waarom van kinderalimentatie, is het meestal ook vaak geen issue meer.
Schroom dus nooit om je vragen te stellen en informatie te verzamelen. Dat kan een hoop zorgen en misverstanden voorkomen.